Stap 2: Stel een onderzoek in (Vams)

Onderzoek of een gecoördineerde aanpak nodig en helpend is.

Een gecoördineerde aanpak helpt niet altijd bij inwoners met meervoudige problematiek. Onderzoek daarom of een gecoördineerde aanpak nodig en helpend is. Doe dit samen met de inwoner wanneer dit mogelijk is en met relevante partijen.

De versterking aanpak meervoudige problematiek (Vams) bestaat uit 5 stappen. Stap 2 is het instellen van een onderzoek. Op deze pagina vind je meer informatie over hoe je dit kunt doen.

Onderdeel 1: Vraagarticulatie en probleemverkenning

Het eerste deel van het onderzoek is om in gesprek te gaan met de inwoner. Tijdens dit gesprek verduidelijk je de hulpvraag, onderzoek je hoe het probleem is ontstaan, en of er andere relevante problemen spelen. Aan het einde van dit gesprek concludeer je met de inwoner:

  • wat de geherformuleerde hulpvraag is;
  • welke problemen worden opgepakt;
  • wie en / of welke partijen relevant zijn om erbij te betrekken;
  • welke vervolgstappen worden gezet.

Let op: leg alleen in een dossier vast wat relevant is. Deel met de inwoner wat je hebt vastgelegd.

 

Melding door een derde (‘bemoeizorg’)

Soms meldt de inwoner met een hulpvraag zich niet zelf, maar komt de melding van een derde. Bijvoorbeeld een familielid, kennis of professional. Het verkennen van de hulpvraag ziet er in dit geval anders uit. Onderzoek:

  • waarom de melder van mening is dat er sprake is van (ernstige) problematiek;
  • of de melder zelf al met de inwoner of het gezin heeft gesproken – en waarom wel of niet;
  • of de inwoner of het gezin weet dat de melding wordt gedaan;
  • of de melder zicht heeft op de betrokkenheid van andere partijen – en zo ja, welke.

Zodra de melding duidelijk is, kun je contact opnemen met de inwoner – behalve als er signalen zijn dat je dit beter niet kunt doen. Bijvoorbeeld als er gevaar is voor escalatie of geweld. Ga dan in gesprek met de betrokken partijen. Bespreek met elkaar welke vervolgstappen nodig zijn om escalatie te voorkomen.
 

Onderdeel 2: Triage en zicht krijgen op de betrokken partijen

Zodra de relevante partijen bij de casus zijn betrokken, kom je samen met de inwoner of het gezin tot een gezamenlijk beeld van de ernst van de hulpvraag (‘triage’). Met de inwoner (indien mogelijk) en de potentieel te betrekken partijen bespreek je het volgende:

  • een introductie op de hulpvraag en de afspraken die met de inwoner zijn gemaakt;
  • hoe de hulpvraag samenhangt met de taak van de partij;
  • de noodzaak en de bereidheid van de partij bij de aanpak en het casusoverleg.

Kan de inwoner niet bij de overleggen aanwezig zijn? Dan wordt de inwoner wel geïnformeerd.

Wanneer het nodig is, kan in deze fase een casusoverleg worden belegd. De inwoner wordt hier, indien mogelijk, voor uitgenodigd en voorbereid. Lees meer over hoe een casusoverleg wordt ingericht in stap 4: houd een casusoverleg.

Zowel bij onderdeel 1 (vraagarticulatie en probleemverkenning) en onderdeel 2 (triage en zicht krijgen op de betrokken partijen), als het eventuele casusoverleg kan de inwoner bezwaren hebben. Luister naar deze bezwaren en neem deze serieus. Vaak heeft de inwoner een goede reden. Daarbij is het belangrijk te onthouden dat de inwoner de regie heeft. Het gaat hier nadrukkelijk om het vrijwillig kader.

Onderdeel 3: De analyse en het besluit – wel of geen plan

In het laatste onderdeel van het onderzoek kom je samen met de inwoner of het gezin tot een gezamenlijk beeld van:

  • de hulpvraag;
  • de samenhang tussen de verschillende onderdelen van de hulpvraag; 
  • de beste aanpak.

 

Wanneer wordt besloten tot een gecoördineerde aanpak, maak je afspraken. Deze afspraken leg je vast in een plan én overhandig je aan de inwoner:

  • wie wat doet, waarbij je óók aangeeft wat de inwoner zelf doet;
  • over de coördinator, de monitoring en het casusoverleg.

Kijk terug naar webinar 2: Onderzoek integrale aanpak (YouTube)

De volgende stap

Is er sprake van meervoudige problematiek én blijkt uit het onderzoek aan dat een gecoördineerde aanpak helpend is? Ga dan verder naar:

Stap 3: Stel een coördinator aan